Lezing Rini Kerstens over wilde planten

In wilde planten wordt de term wild vaak verstaan als ongeremd, niet te temmen woekerend en ongewenst. Onkruid! De botanische betekenis is echter oorspronkelijk, natuurlijk, in het wild groeiend. Dat wil zeggen op plaatsen waar wij, mensen, de hand niet in hebben. Wild staat tegenover cultuur, gekweekt, gezaaid, geplant, gepoot.

Maar hoe wild is onze wilde flora? Hoe oorspronkelijk en hoe natuurlijk? Als we wat beter kijken blijkt ‘natuur’ in ons land ver te zoeken. Veel van onze planten zijn langere of kortere tijd geleden geïmporteerd. Een aantal soorten is volledig ingeburgerd, geaccepteerd, door natuurliefhebbers omarmd en wordt in een adem genoemd met de ‘echte’ wilde planten. Andere soorten kunnen op minder waardering rekenen. Veelal van recentere datum, vaak driftig woekerend en gezien als ongewenste concurrenten van inheemse soorten.

In de presentatie die Rini Kerstens deze avond geeft, wordt een poging gedaan om de term ‘wilde planten’ nader te duiden en te nuanceren. Verschillende typen wilde planten komen voorbij. In tegenstelling tot veel gecultiveerde (sier)planten, hebben wilde soorten vaak minder spectaculaire, niet zo opvallende of echt mooie bloemen. Het is allemaal een tikkeltje kleiner en bescheidener. Maar als je wat beter kijkt, zijn ook de gewone wilde planten echte pareltjes. Een aantal van die alledaagse soorten moet dit illustreren.