Een balkonjungle voor bijen, hommels, en vlinders – een interview met Caspar Janssen

het balkon van Caspar, juni 2019

In het vroege voorjaar van 2019 besloot Caspar Janssen zijn kale stadsbalkon om te vormen tot een paradijs voor vlinders, bijen en andere beestjes.

Dat leidde voor de onervaren tuinier tot een leerzame, vrolijke en soms verbluffende ontdekkingsreis.

Vanaf februari 2019 tot september 2020 vertelde Caspar in verhalen in de Volkskrant over zijn project.

De gebundelde artikelen (aangevuld met lijsten met planten, tips, nuttige adressen, en een apart hoofdstuk over potgrond en andere dilemma’s) verschijnen deze maand in boekvorm onder de titel Het Bijenbalkon.

In mijn interview vroeg ik Caspar over zijn twee jaar op zijn balkon.


Wil je graag Het Bijenbalkon lezen? Doe mee aan de winactie en maak kans op een exemplaar!


Wat was je motivatie om dit experiment te doen?

Ik had net anderhalf jaar door het land gelopen, voor een rubriek in de Volkskrant waarbij ik de veranderingen in het landschap en in de natuur probeerde te beschrijven. Daar was ik niet alleen maar vrolijk van geworden.

Vooral de enorme aantasting van het agrarische cultuurlandschap vond ik treurig. Dat is ons gewone platteland, 60 procent van het Nederlandse grondgebied, door allerlei oorzaken zie je daar de achteruitgang aan biodiversiteit. En van mooie landschapselementen, heggen, hagen, houtwallen etc.

akkerhommel op grote tijm
akkerhommel op grote tijm

Het ging slecht met de insecten, er dreigde een bestuivingscrisis, dat was destijds ook actueel. Dat is ook niet verbazingwekkend als je ziet dat bloemrijke weilanden er nauwelijks nog zijn, net als bermen, akkerranden, slootkanten met wilde planten.

Ik fantaseerde onderweg regelmatig: als ik zelf een stuk land zou hebben, dan zou ik er een oase voor wilde planten, bijen, vlinders en andere insecten van maken.

Onderweg sprak ik ook mensen die wel probeerden om zoiets te doen, of die in hun boerenbedrijf juist wel rekening hielden met de natuur. Dat waren geweldige, inspirerende mensen.

Ik dacht dus: dat wil ik ook. Maar ja, ik heb geen land, geen tuin. Wel een balkon.

Zo ontstond het idee.

Daarnaast: ik was moe van het vorige project, dus ik wilde wat dichter bij huis blijven.

Nog een reden: ik ben nogal conflictmijdend. Ik kan slecht tegen de oeverloze discussies en ruzies die vanuit schuttersputjes worden gevoerd, over de tegenstelling tussen landbouw en natuur bijvoorbeeld.

Toch wilde ik iets doen. Maar ik wist zelf veel te weinig van wilde planten en van insecten.

Dat was nog een aanleiding voor dit project: leren en ontdekken. Dat zit in veel van mijn verhalen: ik probeer me te verplaatsen in mensen die best van goede wil zijn, maar net als ik niet weten wat te doen, en hoe te beginnen.

Nu ja, zo ben ik begonnen. Ik had een jaar eerder al eens wat zonnebloempitten gekregen, en in potjes gedaan. Die zonnebloemen waren gaan groeien en bloeien, en daar kwamen veel insecten op af.

Goh, dat werkt dus, dacht ik. Toen ben ik het systematischer gaan aanpakken.

Wat was je droom, waar hoopte je op?

honingbij op wilde peen
honingbij op wilde peen

Dat dit balkon een bijen- en vlinderoase zou worden in de stad, met veel kleur, gefladder en gezoem. Een nieuwe voedselbron en zelfs een voortplantingsplek voor insecten maken.

En wellicht ook een voorbeeld zijn voor anderen. Laten zien dat je best iets kunt als goedwillende burger.

En dat er dan een lint aan insectenoases in de stad zou ontstaan. Natuurlijk in combinatie met tuinen, plantsoenen en parken.

Eerlijk gezegd ben ik er wel trots op dat het op mijn balkon behoorlijk goed is geslaagd. Het is hier het hele seizoen door, vanaf maart tot en met oktober, een drukte van belang. Bijen, zweefvliegen, andere insecten en bodembeestjes.

Alleen wat betreft de vlinders viel het een beetje tegen. Het waren twee slechte vlinderjaren, en zoveel vlindersoorten zitten hier nu ook weer niet in de directe omgeving. En het lukte me niet om alle gewenste vlindersoorten voortdurend naar mijn balkon te lokken.

Daar ga ik dit jaar toch nog iets aan proberen te doen.

Ook in de winter is het hier overigens een levendige boel, dan heb ik mijn voedertafel vol met vogels.

Wat waren je grootste geluksmomenten?

insectenhotel met dagkoekoeksbloem
insectenhotel met dagkoekoeksbloem

Dat waren er heel veel. Nooit geweten dat je zo vrolijk kunt worden van het feit dat een plant het goed doet, dat zaadjes dus inderdaad ontkiemen, dat planten die je zelf in een pot hebt gezet uiteindelijk tot bloei komen, en dat er dan inderdaad allerlei insecten op af komen.

Grote geluksmomenten waren ook iedere keer de ontdekking van steeds weer nieuwe bijensoorten die op mijn balkon kwamen.

Dat je ook leert die acht hommelsoorten te onderscheiden die hier kunnen komen, en dat je die voor het eerst ziet en herkent.

grote bladsnijder op klokjesbloem

Dat mijn insectenhotels ook daadwerkelijk worden gebruikt.

Dat het lukte om met de goede planten vanaf maart tot diep in oktober voedselaanbod te hebben voor insecten, dat je de bijenboog het hele jaar gespannen kunt houden.

Wat ook leuk is als dingen blijken te kloppen. Dat er tientallen klokjesbijen op de klokjesbloemen afkomen. Dat bladsnijders onder je ogen een stukje blad van de vuilboom snijden. Enzovoorts.

Toen corona uitbrak was het ook erg prettig dat ik nog van alles kon doen op mijn balkon, dit project heeft die eerste periode echt een stuk draaglijker gemaakt.

Wat ook leuk is dat ik veel berichten kreeg van mensen die in meer of mindere mate mijn voorbeeld zijn gaan volgen.

Waren er ook minder leuke kanten aan het experiment?

grote klokjesbij op korenbloem
grote klokjesbij op korenbloem

Vooral mijn eigen perfectionisme zit me wel in de weg. Ik wil het dan ook meteen helemaal goed doen, maar dat kan helemaal niet.

Je komt er achter dat je nog zoveel niet weet. Allerlei valkuilen waar je in kunt trappen. Dat je opeens toch een foute cultivar op je balkon hebt staan, of een niet inheemse variant van een inheemse plant.

Soms word ik ook wel moe van het gesleep met potten en grond. Ik had op een gegeven moment zoveel planten dat ik de uitgebloeide exemplaren verplaatste naar tuinen van vrienden. Vaak haalde ik ze dan het jaar daarna weer op.

En het dilemma van de juist potgrond, daar liep ik ook wel tegenaan. Ik wil geen potgrond op basis van turf, want daarvoor worden waardevolle veengebieden afgegraven.

Nu ja, ik zeg dat dit een minder leuke kant is, maar het leuke is dat zo’n zoektocht naar goede potgrond ook heel interessant is. Ik gebruik nu gewoon compost uit de tuin van een vriendin, in combinatie met tuinaarde zonder turf en een beetje potgrond die niet op basis van turf is gemaakt.

Wat zijn de 5 belangrijkste tips die je mee wilt geven aan lezers?


1. Pak het iets minder ambitieus aan dan ik. Tien of twintig goede bijenplanten die door het jaar heen bloeien is ook al heel wat. Of een of twee planten, zelfs dat is prima.

weidehommel
weidehommel

2. Gebruik geen potgrond op basis van turf. Dat is echt opletten geblazen, want de potgrond in tuincentra heeft over het algemeen nog turf als basis.

3. Gebruik wilde, inheemse planten. Niet uit xenofobie, maar omdat dit doorgaans de planten zijn waar inheemse bijen- en vlindersoorten hun voedsel vandaan halen, en die vaak ook hun drachtplanten zijn.

4. Gebruik biologische planten, dat zit in het voorgaande al besloten. Dat is in dit geval echt wel essentieel, want je wilt niet het risico lopen dat je bijen lokt naar planten die slecht voor ze zijn. Er zijn gelukkig steeds meer aanbieders van dit soort planten, zowel kwekers als leveranciers van zaadjes. Zie biotuinwijzer.nl.

5. Bijen- en vlindermengels van zaden zijn leuk, mits inheems en niet behandeld met gif, maar het zijn doorgaans eenjarige planten. Voor de langere termijn is het handiger om meerjarige planten te gebruiken. Let daarbij wel op dat ze op je balkon passen. Sommige planten woekeren zo dat ze toch beter geschikt zijn voor de tuin dan voor het balkon.

Wat ga je dit jaar voortzetten van je project? Wat niet? En waarom?

atalanta
atalanta

In mijn naïviteit dacht ik aanvankelijk: ik doe dit een jaar. Maar zo werkt dat niet, althans niet bij mij.

Je bereikt meer als je het langer volhoudt. Ik wilde dit jaar wel iets afbouwen, om weer plaats te hebben om zelf op het balkon te zitten, aan een tafeltje, met drie personen. Maar dat is toch weer niet gelukt, het is alweer even vol als vorig jaar.

Ik ga er dus maar gewoon mee door, en ik heb dit jaar als doel om toch wat meer vlinders op mijn balkon te krijgen. Wel wil ik iets minder dwangmatig te werk gaan, is mijn voornemen. Iets minder hoge doelen stellen, dan is het plezier des te groter.

Hoeveel soorten beestjes heb je uiteindelijk op je balkon gespot?

Met de gedetermineerde soorten zijn dat er wel tegen de 200. Maar het werkelijke aantal ligt veel hoger. Alleen al met de bodembeestjes in die potten kom je op 100, zo heeft een kenner me verzekerd. En van veel zweefvliegen en kleine bijtjes is het nog niet zo makkelijk om ze op het oog van elkaar te onderscheiden. En ze vangen, dat vind ik dan weer te ver gaan.

november 2019, met nog bloeinde herfstaster op de voorgrond

Benieuwd naar wat de favoriete balkonplanten van Caspar zijn? Bekijk ze hier!

foto’s van Caspar Janssen