Tips voor een bij- en vlindervriendelijke tuin en balkon

Zou je ook zo graag de insecten een steuntje in de rug willen bieden?

Ze hebben het moeilijk. Hun leefgebieden worden kleiner en ze vinden steeds minder voedsel. Helaas komt dat door ons, mensen. Terwijl we zonder insecten niet kunnen overleven!

We danken veel aan deze kleine beestjes: bijen en hommels bestuiven het fruit en de groente die we eten, bodembeestjes maken de grond vruchtbaar waarop we gewassen verbouwen, en alle insecten samen houden het ecosysteem waar we onderdeel van maken in balans.

Ik ben insecten dankbaar, gun ze een onverstoorde leefwereld en zou graag hun leven wat aangenamer willen maken.

Gelukkig kunnen we van alles voor ze betekenen!

We kunnen zorgen voor voeding voor insecten, net zoals zij dat voor ons doen. We kunnen slaapplekjes voor ze creëren, een warm onderdak voor in de winter, een schuilplaats voor slecht weer.

Met hulp van de Vlinderstichting geven we hier een aantal concrete tips over hoe we deze kleine beestjes het beste kunnen ondersteunen.

Basisbehoeftes

Waar moet je aan denken als je de insecten wilt helpen?

Een goede om te onthouden zijn de drie befaamde V’s: voedsel, veiligheid en voorplanting. Deze worden onder andere door de Vogelbescherming gebruikt, maar zijn voor insecten net zo belangrijk. Je kan er nog een belangrijke vierde V aan toevoegen: variatie.

Als je deze vier elementen in gedachten houdt kan je insecten in alle stadia van hun leven ondersteunen. Zo zorg je ervoor dat ze hun gehele levenscyclus in je tuin kunnen doorbrengen: van larfje tot bij bijvoorbeeld, of van eitje, rups en pop tot vlinder.

Hoe doe je dat?

Sleutelbegrippen als het gaat om een aangename leefwereld creëren voor insecten zijn structuur en variatie in je tuin.

leefgebied boomblauwtje

Insecten houden niet van een saai, eentonig landschap!

Met structuur bedoelen we een afwisseling in de hoogte van je planten, van gazon, kruiden en vaste planten tot struiken, heesters en bomen. Een permacultuur tuin die in zeven lagen is opgebouwd is een mooi voorbeeld hiervan.

Met variatie bedoelen we een mix van verschillende soorten planten binnen de structuur. Als je afwisselende planten in je tuin of op je balkon hebt kunnen verschillende soorten insecten in verschillende seizoenen en weersomstandigheden ervan gebruik maken.

bloeiende tuin

Vlinders bijvoorbeeld houden erg van afwisseling en variatie. Ze oriënteren zich met hulp van planten, zoals wij bijvoorbeeld gebouwen herkennen.

In een eentonige tuin zullen vlinders al snel verdwalen, en kunnen mannetjes en vrouwtjes elkaar moeilijker vinden.

Als je variatie aanbrengt in de hoogte van je planten zullen vlinders zich op hun gemak voelen en beter hun weg kunnen vinden in je tuin.

Structuurvariatie zorgt ook voor allerlei soorten microklimaten in je tuin. Er ontstaan plekjes die warmer en luwer zijn, of net wat koeler en beschaduwd.

Op deze manier kunnen insecten zich snel opwarmen, of juist afkoelen op hete dagen. Zo biedt je alle insecten dat wat ze net nodig hebben!

Voedsel

Voedsel is natuurlijk een van de basis dingen waarmee je insecten een handje kan helpen.

In je tuin is dat heel simpel: stenen eruit, planten erin! 🙂

Wat vinden insecten lekker om te eten? Als we het over bijen en vlinders hebben, dan is dat nectar.

Nectar is een zoete stof die in bloemen zit. Er zit suiker in en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Vlinders en bijen zijn er dol op! De suiker zorgt voor brandstof zodat ze in beweging kunnen blijven.

blinde bij
Blinde bij op vlinderstruik

Welke bloemen bijen kiezen voor nectar heeft te maken met de lengte van hun tong.

Kleine bijtjes hebben meestal kleinere tongen en zuigen nectar uit bloemen waar deze niet te diep zit weggeborgen.

Andere bijen of hommels hebben een veel langere tong en kunnen daardoor ook nectar opzuigen uit een bloem met een lange nectarbuis.

Vlinders hebben ook zo hun eigen voorkeuren wat betreft de bloemen waarvan ze eten. Ze kunnen behoorlijk kieskeurig zijn over wat ze lekker vinden.

Smaken van insecten verschillen dus!

Zet daarom veel verschillende soorten nectarplanten in je tuin of op je balkon.

De keuze in goede planten is gelukkig heel ruim. Je kan zelf de combinatie bepalen zodat niet alleen de bijen en vlinders, maar ook jij geniet!

De Vlinderstichting heeft een aantal Top 10 bij- en vlindervriendelijke plantenlijsten samengesteld. Bijvoorbeeld de beste planten voor in het voorjaar, najaar, schaduw, zon, of gazon. Of de beste bollen, heesters, bomen of klimmers.

We hebben er nog een aantal aan toegevoegd: de Top 10 onkruid, en de 20 favoriete balkonplanten van Caspar.

Je vindt ze allemaal hier op een rijtje.

bloeiende nectarplanten

Tijdens het kiezen is het goed om een aantal punten in gedachten te houden:

  • Zorg jaarrond voor bloeiende planten in je tuin of op je balkon, zodat insecten altijd aan voedsel kunnen komen. Plant dus óók bloeiende planten voor het vroege voorjaar of late najaar.
  • Kies als het kan voor inheemse (=wilde) soorten. Wilde bijen en vlinders zijn goed aangepast op de soorten die van nature in ons land voorkomen. Vaak zijn insecten ook afhankelijk van inheemse soorten voor hun voeding en voortplanting.
  • Kies voor biologische zaden, bollen en planten, van natuurvriendelijke kwekers. Veel planten die je in het tuincentrum kunt kopen zijn zó doorgekweekt, dat vlinders en bijen er niets meer aan hebben. Ze hebben bijvoorbeeld geen meeldraden meer, en produceren amper nectar. En als je planten behandeld zijn met gif kan je wel raden wat er gebeurt als een bij of vlinder daarvan eet. Dat wil je natuurlijk niet!
  • Tot slot: wees niet te streng voor onkruid: veel van deze planten zijn heel nuttig voor bijen, vlinders, en andere insecten!
bladsnijder
Bladsnijder op kroonkruid

Veiligheid

Het is natuurlijk fijn als je tuin of balkon niet alleen een nectarkroeg is voor bijen en vlinders, maar ook plekken biedt waar insecten kunnen uitrusten, opwarmen, drinken en badderen, schuilen, of een winterslaapje doen.

Schuilplaatsen creëren

Goed nieuws, voor insecten is het beter als je tuin niet al te netjes is! Je hoeft dus helemaal niet enthousiast te gaan maaien, wieden of op te ruimen in je tuin.

In een kale, schoon geharkte tuin kunnen vlinders en andere insecten geen beschutting vinden tegen regen en kou.

Maai je gazon dus niet te vaak, zodat insecten kunnen schuilen tussen het gras. Een kort gemaaid gazon ervaren overvliegende insecten als een dorre en lege woestijn. Laat daarom bloemen in je gazon bloeien.

Als je een groot gazon hebt kan je ook een deel omvormen tot een bloemenweide, waar je maar één of twee keer per jaar maait. Insecten zullen je erg dankbaar zijn!

Ruim je tuin dus niet te netjes op: zo creëer je vanzelf goede schuilplaatsen voor insecten.

Warmte

Ook warmte is belangrijk. Vlinders zijn namelijk koudbloedige dieren. Ze hebben warmte van de zon nodig om te vliegen.

Vlinders vangen de warmte op met hun vleugels. De warmte wordt door aders naar hun lijfje gebracht waar hun organen en vliegspieren zich bevinden. Zo kan een vlinder zich opwarmen tot ongeveer 30 °C.

atalanta
atalanta
klein koolwitje

Voor atalanta’s met hun donkere mantel is het makkelijk.

Koolwitjes spiegelen juist met hun lichte vleugels het zonlicht naar hun lijf.

Citroenvlinders kantelen opzij – soms liggen ze helemaal plat – zodat hun lijfje vrij in de zon komt te liggen.

Nachtvlinders warmen zichzelf op door hun snelle vleugelslagen.

citroenvlinder
citroenvlinder

Vlinders zullen altijd de zonnigste plekjes van je tuin opzoeken. Plant nectarrijke planten daarom in de zon: in de schaduw gaan vlinders ze minder snel bezoeken.

Zorg ook voor zonnige plekjes uit de wind, door je beplanting zo te kiezen dat je windstille plekken creëert in je tuin. Hier kunnen vlinders lekker opwarmen.

Water

drinkende blauwtjes

Water in je tuin doet wonderen! Een vijver trekt allerlei dieren aan en biedt ook nog een thuis aan veel soorten die in het water leven. Aan de rand van een vijver kunnen vogels drinken en badderen en kikkers zich opwarmen.

Een vijver in de zon zal mooie libellen naar je tuin trekken. De libellen zullen je weer helpen om je tuin mug- en luizenvrij te houden. Een win-win situatie!

Als er geen ruimte is voor een vijver in je tuin kan je een drinkplek voor insecten en vogels maken. Vul een schaal met water en leg er kiezels in, zodat de kiezels nog boven het water uit komen. Zo kunnen insecten er rustig drinken zonder te verdrinken.

Tuinafscheiding

Ook met je keuze voor een tuinafscheiding kan je dieren helpen. Het beste voor insecten is een natuurlijke tuinafscheiding, zoals een haag.

Heggen zijn een microleefgebied voor insecten en vogels. Een ligusterhaag is bijvoorbeeld perfect: hij bloeit uitbundig en geurt heerlijk. Snoei hem dan wel alleen in de late herfst of vroege voorjaar, zodat hij tot bloei kan komen.

rosse metselbij in rietstengel
rosse metselbij in rietstengel

Als je toch voor een schutting kiest kan je die maken van natuurlijke materialen, zoals bamboe of riet. Bijen kunnen dan nestjes maken in de holle uiteinden van de stengels. Je kan ook een bosje rietstengels ergens in je tuinafscheiding steken.

Als je een schutting van wilgentenen maakt kunnen vogels daar nestjes in bouwen. Als je de wilgentenen in de grond steekt zullen ze in het voorjaar gaan bloeien, wat weer heel fijn is voor bijen en vlinders.

Heb je al een houten of stenen schutting staan? Zorg er dan voor dat hij wordt begroeit met bloeiende klimplanten! Geschikte soorten vind je terug bij de Top lijsten.

Slaapplek

Wees spaarzaam met verlichting, zodat je tuin zo dicht mogelijk bij de natuurlijke omstandigheden blijft. Sommige insecten willen ’s nachts rustig een slaapje doen. Anderen, zoals veel nachtvlinders, worden juist actief in de nacht, maar kunnen zich niet oriënteren als er te veel kunstlicht in je tuin is.

agaatvlinder op klimop
agaatvlinder op klimop

Overwinteren

Insecten komen op verschillende manieren de koude winter door.

distelvlinder
distelvlinder

Voor sommige vlinders is het bijvoorbeeld te koud in Nederland in de winter. Deze vlinders komen in de zomer naar Nederland en vliegen in de herfst terug naar een warm land.

Distelvlinders bijvoorbeeld leggen afstanden van 4000 km af, soms wel met een snelheid van 45 km per uur. Ze komen tot onder de Sahara.

Minder reislustige vlinders blijven thuis en kruipen weg in een beschut hoekje, zoals in een schuur of in een holle boom om de winter te overleven. Ze houden een winterslaap en komen in de lente weer tevoorschijn.

atalanta op rottende appel
atalanta

Vlinders die in Nederland als volwassen vlinder overwinteren moeten veel voedsel tot zich nemen om goed de winter door te komen.

Je kunt ze helpen door genoeg bloemen in de tuin of op je balkon te zetten die tot laat in de herfst bloeien, of een schaaltje met wat rottend fruit, waaruit ze extra energie kunnen opnemen.

Er zijn ook een heleboel soorten die niet als vlinder maar als eitje, rups of pop de winter doorbrengen. Menige pop overleeft de winter onder een strooisellaag of wikkelt zich in een verdord blad.

Het is dus belangrijk dat je je tuin niet helemaal opruimt voordat de winter begint. Laat uitgebloeide stengels staan en knip ze pas in het voorjaar af. En laat hoopjes verdord blad onder bomen, struiken en planten liggen.

Je zorgt hiermee voor een actief bodemleven, bescherming van je planten tegen de kou én je biedt insecten een lekker warme slaapplek om hun winterslaap te doen.

Voortplanting

En dan de derde V: voortplanting. Bijen- en vlinderbaby’s dus.

Of, iets minder romantisch: larven en rupsen.

Het is prachtig om bijen en vlinders in je tuin te zien genieten van de bloeiende nectarplanten, maar het is nóg leuker als je weet dat die mooie beestjes in jouw eigen tuin zijn geboren.

Als je wilt dat insecten je tuin als hun echte thuis ervaren, dan is het goed als je voor plekken zorgt waar ze veilig nesten kunnen bouwen, en ook denkt aan voeding voor de rupsen en larven.

Stuifmeel

Bijen hebben stuifmeel nodig om hun larven te voeden. Terwijl ze zelf nectar uit de planten zuigen verzamelen de volwassen vrouwtjes stuifmeel in hun lichaamsbeharing.

akkerhommel
akkerhommel op paardenbloem

Ze nemen een mix van stuifmeel en nectar mee terug naar hun nest, waarop ze dan hun eitjes leggen.

Sommige bijen verzamelen stuifmeel op de haartjes van hun achterpootjes, anderen weer op hun buik.

Terwijl ze van bloem naar bloem vliegen zorgen ze meteen voor de bestuiving van planten.

Bijen zijn vaak ‘specialisten‘ als het gaat om bloemen waarmee ze hun larven voeden: ze kiezen één bepaalde bloem.

Met de Top lijsten zit je in ieder geval goed: bijen zullen hier nectar en stuifmeel uit kunnen halen!

Waardplanten

Vlinders kiezen ook bepaalde planten uit om hun eitjes op te leggen. Als hun rupsen uit de eitjes komen eten ze de bladeren van die plant.

Sommige rupsen zijn heel kieskeurig, die lusten maar één type plant. Dit is hun zogenaamde waardplant. Waardplanten zijn bijna altijd inheemse plantensoorten. Je kan ze terugvinden in de Top lijsten.

Waardplanten zijn niet altijd de planten waaraan je als eerste zou denken om ze in de tuin te zetten. De brandnetel bijvoorbeeld. Waarschijnlijk zie je hem als onkruid en wil je hem juist uit je tuin weren.

Maar de rups van de gehakkelde aurelia, atalanta, kleine vos en dagpauwoog willen niks anders dan brandnetels.

Dus als je wilt dat deze vlinders zich in je tuin kunnen voortplanten laat dan wat brandnetels in een hoekje staan.

Niet alleen als voeding voor de rupsen trouwens, maar ook voor allerlei andere goede redenen.

Lees hier hoe ik heb leren houden van de brandnetel.

Misschien voelt het een beetje gek om planten expres in je tuin te zetten om ze daarna weer opgegeten te zien worden.

Maar om een echte kraamkamer te kunnen bieden aan vlinders zal je toch wat afgeknaagde blaadjes moeten accepteren.

Je krijgt er wel iets heel moois voor terug!

Denk bijvoorbeeld aan de prachtige koninginnenpage. Je kent hem misschien van vakanties in Frankrijk. Maar ook in Nederland is hij te vinden, vooral in het zuiden, vaak in moestuinen.

koninginnenpage
koninginnenpage op kale jonker

De waardplanten van de rupsen zijn onder andere (wilde) peen, dille, venkel en pastinaak.

Dus wanneer de volgende keer deze groentes opgesmikkeld zijn in je moestuin kan je je misschien troosten met het idee dat ze een prachtige koninginnenpage hebben gevoed.

Nestplaatsen

Wilde bijen hebben nestplaatsen nodig om te overleven.

Sommige soorten gebruiken bestaande holten en gangetjes in dood hout en holle stengels om hun nesten in te bouwen.

rosse metselbij
rosse metselbij

Uitgebloeide vaste planten met een dikke holle stengel kunnen een goede nestplek zijn voor wilde bijen. Knip deze dus pas in maart af, wanneer de bijen uitgekomen zijn.

Andere plekken waar dood hout ligt, het liefst in de zon, zijn ook geliefde plekken. Een goed in elkaar gezet insectenhotel kan ook geschikt zijn.

Bedenk wel dat je in je insectenhotel meestal niet meer dan vijf soorten bijen zal kunnen verwelkomen.

Maar 10% van de 360 soorten wilde bijen in Nederland maakt gebruik van bijenhotels. 80% van de soorten nestelt ondergronds.

Hoe kan je deze bijen helpen met een goede nestplek?

Een goed begin is om bijennesten te leren herkennen en ze niet te vernietigen!

nesten van de grijze zandbij
nesten van de grijze zandbij

Nesten kan je vinden in moestuinen, gazons, bloemborders, tussen voegen, en op opritten. Je herkent ze aan gaatjes, vaak met een klein bultje zand of grond erop.

Daarnaast kan je ervoor zorgen dat er plekken in je tuin zijn waar bijen nestplaatsen kunnen maken in de grond.

Dek blote grond dus nooit af met worteldoek of plastic. Een dikke laag mulch op paden zorgt ook voor verloren nestplaatsen.

grijze zandbij

Laat liever wat grond vrij, het liefst op zonnige plekken, of werk met bodembedekkers.

Stapelmuurtjes van bakstenen, keien, of dakpannen zijn ook fijne plekken voor insecten om te nestelen. Je kan een muurtje bouwen op een zonnige plek, met bloeiende planten tussen de kieren van de stenen.

Een heerlijk plekje voor een bij om zijn nestje in te bouwen!

Balkon

En als je geen tuin hebt, alleen een balkon of een dakterras? Geen zorgen, je kan nog steeds heel veel betekenen voor insecten!

Kijk maar naar Caspar. Voor echt goede balkontips moet je bij hem zijn! Doe mee met de winactie en je hebt straks misschien wel een volledige handleiding thuis over hoe je een zoemende jungle kan creëren op een stadsbalkon.

Veel van de bovenstaande tips kan je in ieder geval ook op je balkon toepassen. Voedsel en schuilplaats bieden voor beestjes is goed mogelijk op een balkon.

Wat belangrijk is dat je voor diepe potten voor je planten zorgt die minder snel uitdrogen. Je zult alsnog regelmatig water moeten geven.

Kruiden en vaste planten zullen beter bezocht worden dan eenjarigen, investeer dus ook op je balkon voor de lange termijn. Maak bijvoorbeeld een minikruidentuin van tijm, marjolein, salie en munt.

Heb je een winderig balkon? Dan zijn deze planten geschikt: zeedistel, zeeraket, muurpeper, jakobskruiskruid, eenjarige lamsoor, gewone zandkool, zeeaster en struikheide.

De top 20 balkonplanten van Caspar vindt je ook terug in de Top lijsten. Hij voegt er voor Biotuinwijzer lezers nog aan toe: “Écht prettige balkonsoorten zijn bijvoorbeeld de wilde marjolein, kruipende klokjesbloem en grote tijm. Deze nemen niet zo veel ruimte in en worden goed bezocht.”

Vlindermee!

En nu: aan de slag!

Tussen 3 en 25 juli kan je namelijk al meedoen met de landelijke vlindertelling Vlindermee, en dan wil je natuurlijk het liefst al een groot gezelschap om je heen hebben.

Als je bovenstaande tips toepast zal je hopelijk heel veel vlinders, bijen, hommels en andere insecten bij je mogen verwelkomen!

We wensen je alvast heel veel plezier met je bezoek! 😊

het boomblauwtje

Bron: De Vlinderstichting en Een Tuin voor Bijen & Vlinders door Albert Vliegenhart.
Foto’s van De Vlinderstichting, door Kars Veling.

Plaats een reactie