Portretten: Op Goede Grond en StadsBomerij

Monique en Johan kweken allebei fruitbomen: Monique is 18 jaar eigenaar van Op Goede Grond, Johan heeft in 2018 StadsBomerij opgericht.

In dit interview vertellen ze over hun kwekerijen, die allebei een eigen karakter hebben, en waar ze met passie en vanuit hun hart fruitbomen kweken.

We bespreken permacultuur, hun uiteenlopende visie op snoeien, en wat ze van elkaar hebben geleerd.

Jullie kennen elkaar. Hoe komt dat?

Op Goede Grond

Monique: Volgens mij belde Johan een keer dat hij fruitbomen wilde gaan kweken en of hij enthout kon kopen van mij. Je kunt bij mij geen enthout kopen maar wel krijgen, dus Johan kwam op een besneeuwde dag naar de kwekerij en heeft van heel veel rassen enthout geknipt.

Nu doe ik het niet meer zo hoor. Johan deed het netjes, maar niet iedereen is zo goed met bomen als hij.

Ook kocht hij bomen bij ons die hij dan weer verkocht omdat zijn bomen nog te klein waren. 

Johan: Toen ik begon met kweken heb ik me verdiept in de rassen die me aanspraken om te kweken en aan te bieden aan mensen die ook op klei tuinieren.

Omdat ik ook graag oude rassen in mijn assortiment wilde kwam ik al snel bij Monique terecht. Wat je zoekt heeft ze vaak wel staan.

Daar heb ik enthout van geknipt om mijn eerste partij bomen mee te enten, de bomen die nu in de verkoop zijn!

Hoeveel bomen staan er op jullie kwekerijen?

Johan: Op dit moment heb ik zo’n 12.000 bomen staan. Van net geoculeerde onderstam tot boom in de dikte maat 14-16.

De soorten die ik kweek zijn: appels, peren, pruimen, kersen, kweeperen, mispels, japanse peren, abrikozen, perziken en amandel. Dus 10 soorten en zo’n 150 verschillende rassen.

En dan nog verschillende soorten bessen zoals trosbessen, kruisbessen en honingbessen, en ook knoflook en aardbeien.

StadsBomerij

Monique: Wij hebben 400 verschillende rassen appels, peren, pruimen en kersen staan, waarvan we ruim 250 rassen verkopen. De rest moet nog fruit gaan dragen voor we met zekerheid durven stellen het juiste ras in handen te hebben.

Verder hebben we ruim 60 verschillende fruitstruiken ter verkoop staan en tientallen soorten kruiden en meerjarige groenten.

We hebben echt duizenden bomen staan. Alle rassen die op de site staan hebben we ook echt zelf staan en meer…

Wat is permacultuur, en welke rol heeft het in jullie werk?

Op Goede Grond

Monique: Voor mij is permacultuur meer dan plantjes kweken. Het is onze manier van leven.

Eigenlijk wisten we niet dat wij permacultuur op de kwekerij als leidraad hanteerden tot mijn zoon met een boek aan kwam van Sepp Holzer wat hierover vertelde.

Wij denken dat de biodiversiteiet die wij op de kwekerij hebben er voor zorgt dat de planten sterk zijn. Ze krijgen de tijd om te groeien.

Wij vinden het ook fijn de wereld een beetje beter te maken.

Johan: Net zoals Monique aangeeft, permacultuur is meer dan een manier om in je tuin te werken. Je kan het toepassen in je hele leven.

Als je bewust leeft zit je vaak al in dezelfde modus als permacultuur.

Het is niet vreemd of zweverig maar gewoon logisch bezig zijn.

Ik druk ook geen stempel op mijn kwekerij als zijnde ‘permacultuur’. Op de kwekerij probeer ik gewoon goed te observeren en logisch na te denken over wat helpt om mooie, gezonde bomen te kweken. En wat ikzelf heel leuk vind is om steeds meerdere functies toe te voegen.

Zo kweek ik niet alleen fruitbomen maar bied ik beestjes een hele diverse kwekerij aan waar veel te halen is, plant ik het eerste jaar knoflook tussen de bomen die de bodem verrijken en schimmels bij de bomen weren.

aardbeien op StadsBomerij

Ook levert het na de oogst een te verkopen product op en een mooie losse grond waar ik dan aansluitend aardbeienplanten inzet die de bodem bedekken en dus onkruid weren.

De volgende jaren leveren die ‘levende mulchplanten’ heerlijke aardbeien en plantmateriaal die ik ook weer kan verkopen.

Zo’n cyclus vind ik heel erg leuk.

Ik denk dat het gevaar van permacultuur is als je gaat denken in dit is wel, en dit is geen permacultuur. Het is niet in hokjes te plaatsen en dat moet je niet willen.

Neem het steeds mee in je gedachten en pas toe wat kan.

Wat hebben jullie van elkaar geleerd?

Monique: Ik heb van Johan leren oculeren. 

Oculeren is een oogje (oculus) van het ras wat je wilt hebben met een speciale snede op de onderstam bevestigen. Dit doe je in de zomermaanden.

Johan: Van Monique heb ik geleerd dat je gewoon lekker jezelf moet blijven en vast moet houden aan hoe jij wilt kweken.

Met ‘Op Goede Grond’ laat ze dat zien, een geweldige kwekerij op een eigenwijze manier. Menig traditionele boomkweker zal zijn wenkbrauwen fronsen…

En dus heb ik bijvoorbeeld ook gewoon lekker alles door elkaar gezet op mijn kwekerij.

Monique, hoe ben je begonnen als kweker?

Monique

Monique: Ik stond met mijn klasje, ik was juf, bij het melken van koeien te kijken en besefte dat ik mij veel prettiger buiten voelde dan binnen.

Met het gezin zijn we toen op zoek gegaan naar een plekje in Nederland waar we self supporting konden zijn.

Dit bleek niet op landbouwgrond te mogen want daarmee maak je geen winst.

We stelden toen ons plan bij en ik kwam erop om oude fruitrassen te gaan kweken – geen idee waarom, het ploepte zomaar op – en daar dan een moestuin bij te doen.

Na een jaar zoeken kwamen we via Funda terecht in Rijsbergen: 2ha grasland met een schuurtje.

We mochten daar niet wonen maar besloten ons plan daar op te zetten en dit in het weekend te doen en gewoon in Den Haag te blijven wonen.

Ook handig in verband met werk (ik stond nog voor de klas) en de scholen van de kinderen.

Nu, 18 jaar verder, is het grasland een soort van bos met honderden rassen fruitbomen, bessenstruiken, kruiden, etc. geworden.

Waarom kweek je oude rassen?

Monique: Deze rassen zijn heel sterk en hebben geen behoefte aan bespuiting en kunstmest. Wij laten ze gewoon groeien.

Ook hebben ze veel verschillende gebruiksvormen, niet alleen hand of moes, maar ook drogen, sap maken etc. Mensen met een appel allergie kunnen deze appels vaak wel gewoon eten.

Hoe oud zijn de rassen die je teelt?

Monique: Wij gaan voor de rassen van voor de schaalvergroting in de fruitteelt, dus voor 1950, toen heel veel hoogstamboomgaarden werden gerooid.

Deze rassen zijn gekweekt met een dubbele doelstelling: zo eten, en bewaren in de vorm van drogen, sap maken en gewoon opkuilen.

Ik verzamel alle rassen die meneer Knoop noemde in zijn boek uit 1760 en alle rassen die notaris van der Ham uit Lunteren heeft verzameld. 

Welke rassen zijn het meest bijzonder en waarom?

Monique: Eigenlijk zijn ze allemaal heel bijzonder.

Ik vind het geweldig als Jan Woltema, een pomoloog uit Groningen, weer een verloren gedacht ras heeft gevonden en dat ik daar dan weer nieuwe boompjes van laat groeien.

Zo heb ik de Peterselie appel, en de renette van Sorghvliet, notabene uit Den Haag! 

Wat vind je het leukst aan je werk?

Monique: Lekker op de kwekerij bezig zijn.

Het weer, de tijd van het jaar bepalen wat ik het beste kan doen, en ik doe wat ik kan.

Kan je nog iets vertellen over het heuvellabyrint en de vleermuiskelder?

Monique: Toen we een hectare vol met bomen hadden vond mijn man het wel genoeg. We verkochten af en toe een boom. Ik wilde altijd nog graag de moestuin en een vijver.

We besloten dit op die hectare te gaan maken. De moestuin werd een heuvel met een pad in de vorm van het labyrint van Chartres.

Om de heuvel hoog te maken maakten we hem hol, met de vleermuiskelder eronder gemetseld met rest materiaal.

Het werkt erg goed. De vleermuiskelder zit vol vleermuizen en ik kweek op de heuvel allerlei groenten, kruiden en bessen.

Op je website staat dat Op Goede Grond bewust ongecertificeerd ecologisch werkt. Waarom is dat?

Monique: Wij gaan verder dan het SKAL certificaat vraagt. Wij zijn het niet eens met de voorwaarden.

Er mag meer dan je bij de term biologisch gecertificeerd zou verwachten. Dat vinden wij niet goed voor de natuur en bovendien misleidend.

Bij ons kan je gewoon zien dat we niets spuiten en geen mest gebruiken. Alles is gewoon gezond door de diversiteit.  

Wel jammer dat je eerst een SKAL keurmerk moet hebben voor je biodynamisch gecertificeerd mag zijn. Daar voelen wij ons veel meer bij thuis.

Johan, wanneer ben je begonnen met StadsBomerij? Wat houdt het in om een kwekerij op te zetten?

Johan: In maart 2018 zijn mijn eerste 3000 geënte boompjes met de hand geplant.

Komend verkoopseizoen kan ik hier een groot deel van verkopen. In de drie en een half jaar dat ik deze bomen heb zien groeien en vorm krijgen heb ik dat ook bij mezelf ervaren.

Als ‘nieuwe’ boomkweker moet je alles eerst ervaren om het vervolgens op een manier te gaan doen die bij je past.

Natuurlijk neem je ervaringen mee van collega’s zoals Monique, FlorisBomen, BoomKroon en De Vrolijke Noot. Dat is heel waardevol, maar uiteindelijk moet je je eigen vorm creëren.

En dat begint aardig te lukken.

Johan

Wat vind je het leukst aan je werk?

Johan: Eigenlijk heb ik nooit het gevoel dat ik aan het werk ben. Het is elke dag leren en ontdekken. En mezelf verwonderen over hoe mooi de natuur werkt.

Het is enorm bevredigend om daar elke dag mee bezig te zijn!

Kan je iets vertellen over het concept van op geleende grond kweken?

Johan: Nadat ik had besloten om kwekerij De Vrolijke Noot niet over te nemen zijn we, mijn vrouw en dochters, verhuisd naar Almere.

Goed gelegen voor het werk van mijn vrouw en Almere leek mij een stad waar ik op termijn wel iets zou kunnen starten.

Wat ik heel graag wilde was kweken dichtbij de consument en met zo min mogelijk impact op mijn omgeving.

Dan ga je dingen bedenken als de boom opkweken bij de klant in zijn tuin, ‘overhoekjes’ bij een boer gebruiken (alleen zijn die er niet in Flevoland want alle stukken grond zijn recht…)

Uiteindelijk kwam de ecologische wijk Oosterwold in beeld. Hier moeten mensen verplicht de helft van hun kavel gebruiken voor stadslandbouw. Ook bouwen ze in eigen beheer hun woning.

Nu is de tijd van grondoverdracht tot wonen hier zeker 3-4 jaar. Dat is een mooie tijd om een boom op te kweken.

De bewoners hebben hun kavel maar zijn super druk met bouwen en alles wat daarbij komt kijken zodat het onderhoud van de grond geen prioriteit heeft. Dat stuk vul ik nu in.

Ik onderhoud het stuk grond, kweek er mijn fruitbomen op voor de verkoop, en na vier jaar ga ik weg en laat een boomgaard, de verplichte stadslandbouw, achter. Dat is win win voor ieder.

Uiteraard is het meer werk als je op verschillende plekken je bomen hebt staan.

Het geeft mij zeer veel voldoening dat ik genoeg grond beschikbaar heb om te kunnen kweken en dat ik dus deze ‘tuinen’ een extra gebruiksdoel heb meegegeven.

Je plant verschillende bomen door elkaar, waarom? En is dat inderdaad uniek voor een fruitbomen kwekerij?

Johan: De manier waarop ik het heb ‘bedacht’ is wel uniek. Het is een systeem waarbij het doel is om plaagdieren te misleiden en zo minder kans te geven om tot te grote populaties uit te groeien.

smeerwortel op StadsBomerij

In één rij staan dus de appels, peren, pruimen, kersen door elkaar. Daarnaast ook de laag, half en hoogstammen.

De gedachte hierachter is dat een laagstam boom eerder verkocht wordt zodat er meer groeiruimte beschikbaar komt voor de halfstam en hoogstam bomen.

Uiteindelijk krijgen de hoogstambomen de meeste ruimte om uit te groeien omdat die het langste blijven staan.

Het voordeel hiervan is dat ik echt een heel divers ‘systeem’ opzet.

Nadeel is dat het echt enorm veel meer werk is. Omdat ik hoofdzakelijk alleen werk is dit eigenlijk niet te doen.

Ik ga dus waarschijnlijk over op een simpeler systeem waarbij ik niet mix in de rijen maar wel de rijen ga mixen.

Dus niet één blok appels en dan een blok peren, maar een rij appels laagstam en dan een rij peren halfstam gevolgd door een rij kersen hoogstam, enz.

Waarin zijn jullie kwekerijen verschillend van elkaar?

Monique: We kweken op verschillende bodems, en dat maakt heel veel uit. Johan heeft klei en dat laat de bomen veel sneller groeien dan bij ons op de arme zandgrond van Brabant.

Onze kwekerij is veel woester dan die van Johan. Ik snoei nauwelijks en dat maakt dat wij zeer bijzondere vormen krijgen. Johan heeft veel nettere bomen.

Johan: Ik denk dat ik meer gericht ben op efficiënt kweken en meer aan het kweken om te verkopen.

Bij Monique is het een heerlijke natuur ervaring, waarbij je lekker kan verdwalen in het bos.

Op Goede Grond

En waarin lijken jullie op elkaar?

Monique: In onze liefde voor bomen bijvoorbeeld.

Johan: Zeker, we kweken beide vanuit ons hart en geven onze bomen het karakter mee wat bij ons past.

Wat vinden jullie het leukst aan elkaars kwekerij?

Monique: Ik word heel erg blij van de mooie bomen van Johan en dat hij zoveel rassen heeft.

Johan: Ik vind de manier van kweken die Monique gebruikt heel mooi om te zien. Het past helemaal bij de kweker. Een mooie boom vanuit het hart gekweekt alleen voor de klant die dit ook voelt.

Wat moeten we als leek weten over fruitbomen?

Monique: Fruit wat je zelf plukt is veel lekkerder dan dat uit de winkel. Een fruitboom is een hele makkelijke boom. Hij geeft meer dan hij vraagt.

Johan: Koop een boom bij een goede kweker. Die weet wat hij/zij verkoopt en kan je advies geven gericht op je situatie.

De meest gestelde vraag die ik krijg is: Ik heb een kersenboom in mijn tuin en die is nu echt te groot, kan ik die gewoon klein snoeien…?

Kersen worden altijd grote bomen, die moet je in een stadstuintje dus gewoon niet planten.

Is snoeien van fruitbomen moeilijk, en hebben jullie tips? Ik wil deze winter voor het eerst mijn fruitbomen gaan snoeien.

Monique: Niet doen! Snoeien in de winter is ingegeven door hoveniers die dan niks te doen hebben. Ze geven zelf ook toe dat dit de slechtste tijd is om te snoeien.

Op Goede Grond

De boom is dan in rust en de gaten die je maakt groeien veel slechter dicht waardoor je kans hebt op schimmels en infecties.

Een fruitboom vraagt helemaal geen snoei.

Snoeien is niet als nagels knippen. Je amputeert een onderdeel waardoor de boom daar heel veel takken gaat vormen en je dus altijd zult moeten blijven snoeien.

Vroeger werd er niet gesnoeid. Dit is ingegeven na de schaalvergroting van de fruitteelt toen laagstamfruitboompjes dicht tegen elkaar werden gezet om de fruitproductie te vergroten.

Leuk stuk om te lezen in de pomospost van deze herfst hoe het vroeger ging met fruitbomen.

Mocht een tak echt te lang worden of in de weg zitten dan kan je hem het beste in de zomer verwijderen na 21 juni.

Dan krijg je de minste reactie van de boom en groeit de wond sneller dicht.

Johan, mee eens? Snoei jij je bomen ook nooit?

Johan: Mijn bomen snoei ik wel. Ik probeer ze een vorm mee te geven die past bij de boom.

Uiteindelijk is mijn doel ook het zo min mogelijk snoeien.

Snoeien is heel persoonlijk. Je kan het ook als een soort kunst zien. Een strak vormgegeven boom kan er heel mooi uitzien.

Ook het maken en onderhouden van leibomen is een kunst en een vak apart.

Je moet doen wat bij je past en wat goed voelt.

Wat is jullie favoriete fruitboom?

Johan: Naast de ‘gewone’ fruitbomen als appel, peer, kers en pruim, kweek ik ook japanse peren, abrikozen en perziken. Het fruit spreekt mij erg aan en ik vind het leuk om iets anders aan te kunnen bieden.

Van de japanse peren probeer ik zoveel mogelijk rassen te krijgen en te kweken.

Van de abrikozen en perziken kijk ik welke rassen het bij mij goed doen. Hier ga ik niet eindeloos veel rassen van kweken.

Monqiue: Mijn favoriet is de boom waar ik bij sta, echt! Ik vind ze allemaal geweldig!

Adres StadsBomerij: Pieperweg 17, 1349 GJ Almere.

Deze straat is zo nieuw dat hij nog niet op Google Maps staat vermeld. Het is een zijstraat van de Daniël Goedkoopstraat.

Wil je ook een portret op de Biotuinwijzer? Stuur ons een bericht!

1 gedachte over “Portretten: Op Goede Grond en StadsBomerij”

Plaats een reactie