Dit recept komt uit het boek Eten en drinken met wilde planten van Laurette van Slobbe.
Ingrediënten
- olijfolie
- wijnazijn
- zout & peper
- wilde groentes, zoals: witte doveneteltopjes, melganzenvoet, jonge stokroosbladeren, bloemknoppen van gewone berenklauw, blad van zevenblad, hondsdraf, hele jonge blaadjes van pas opgekomen akkerkool, weegbree en mierikswortelblad
Eet de salade met:
- tomaat
- broedknolletjes van kraailook
Recept
Doe de goed gewassen en fijngesneden groentes in een diep bord. Zet daar een kleiner diep bord in, met daarin een maatbeker met water gevuld (of iets anders) voor het gewicht. Laat dit enkele uren staan. Eet de salade met een dressing van olijfolie, wijnazijn, zout en peper, tomaat en kraailook.
Uitleg
Dit is een mooie manier om wat grover blad te verwerken tot een malse salade. Door het bovenste bord met het gewicht erop worden de groenten eronder in elkaar gedrukt. De cellen gaan daardoor enigszins kapot en de groenten staan een beetje in hun eigen sappen. Zo krijg je het allereerste stadium van een melkzure fermentatie. Het is hetzelfde idee als hoe die lekkere koolsalades bij de Griek of in Duitsland worden gemaakt: dit zijn (oorspronkelijk) vaak ook geperste salades. De groenten worden hierdoor wat malser en zijn makkelijker opneembaar.
foto’s van Laurette van Slobbe: Eten en drinken met wilde planten