Mijn polycultuur experiment

Polycultuur. Ik lees erover in mijn eerste – en zeer geliefde – tuinierboek, Tuin smakelijk! van Vera Greutink.

Het staat beschreven in deel twee, het deel over moestuinieren, wat ik tijdens de eerste keer lezen had overgeslagen. Tijdens het ontwerpen van onze tuin had ik namelijk een (eetbare bos)tuin met vaste planten voor ogen, deel drie.

Maar eind vorig jaar leek het me toch heel leuk om een stukje van onze tuin aan een moestuin te wijden.

En dus moest het sowieso al snel krimpende gazon weer een stuk inleveren, en maakte het plaats voor een moestuintje van ongeveer 3,5 m².

Polycultuur – wat is dat?

Van monocultuur, het verbouwen van slechts één soort gewas, heb je vast wel gehoord. Een polycultuur is eigenlijk het tegenovergestelde.

Het komt erop neer dat je heel veel verschillende soorten groentes tegelijk door elkaar heen zaait op één oppervlak.

De groentes hebben allemaal een verschillende groeitempo, waardoor je oogst gespreid wordt over vele maanden.

Omdat je de meeste groentes als jonge plantjes oogst, maak je met elke oogst weer plek vrij voor een andere plant om te groeien.

Daarnaast kunnen de verschillende soorten goed naast elkaar groeien omdat ze verschillende groeiwijzen en wortelstelsels hebben en dus op verschillende manieren (onder of boven de grond) ruimte zullen innemen.

lage polycultuur met verschillende sla soorten, wortel, stengelui, pastinaak, biet

Polycultuur is voor gevorderden, lees ik.

Ik ben toch echt een beginner: ik heb alleen nog maar wat sla gezaaid in een bak, en tomaten in een pot. Ik voel het enthousiasme voor een uitdaging kriebelen!

Het spreek me ook aan dat je met polycultuur veel verschillende soorten groentes kan verbouwen op een klein oppervlak.

Ik ben niet zo goed in kiezen en wil alles wel uitproberen. In ieder geval alles wat ik me kan herinneren uit mijn oma’s tuin in Hongarije.

Ook niet onbelangrijk: een altijd bedekt gevarieerd groen tapijtje lijkt me als aanzicht leuker dan een stuk grond met maar een paar soorten, dat waarschijnlijk een deel van de tijd leeg zou staan.

Ons moestuintje staat op een heel zichtbare plek, naast het terras, dus het is fijn als het het hele seizoen er een beetje mooi uit ziet.

Door die bedekking zou er ook weinig onkruid tussen de planten door komen, lees ik. Nog een voordeel.

En dus bestel ik in de winter van 2020 popelend 25 zakjes zaad (en nog een paar, voor andere delen van de tuin en voor op mijn balkon).

Oeps. 🙂

Ik ga proberen om op ongeveer 1,5 m² een lage polycultuur, en op 2 m² een hoge polycultuur te creëren.

hoge polycultuur

De hoge polycultuur bestaat uit grotere planten. In mijn geval: suikermais (‘Golden Bantam’), koolrabi (‘Delikatess Witte’), palmkool (‘Nero di Toscana’), knolvenkel (‘Fino’), bonen (stamslaboon ‘Dior’ en stokdroogboon ‘Stokkievitsboon’) en snijbiet (‘Fireworks Five Colours’ en ‘Rhubarb Chard’).

Een aantal zaai ik thuis voor, volgens de instructies op de zakjes, vanaf maart.

De kleine polycultuur ga ik rechtstreeks zaaien, wanneer de grond na de winter genoeg is opgewarmd, in april.

18 april / DAG 1

Het is tijd om te beginnen!

Ik maak de grond mooi schoon en gooi er een laagje verse tuinaarde overheen. Ik zaai de lage polycultuur in met:

18 april – Dag 1
  • 3 soorten bladmosterd (‘Red Giant’, ‘Purple Frills’, ‘Golden Frills’)
  • rucola (‘Esmee’)
  • 5 soorten sla: kropsla (‘Wonder der Vier Jaargetijden’), eikenbladsla (‘Red Salad Bowl’), pluksla (‘Black Seeded Simpson’) en mesclun (‘Aziatisch’)
  • raddichio rosso (‘Leonardo F1’)
  • radijs (‘Cherry Belle’)
  • 2 soorten ui: stengelui (‘Ishikura Long White’) en bosui (‘White Lisbon’)
  • 2 soorten zomerwortel (‘Napoli F1’ en ‘Nantes 2’)
  • 2 soorten rode biet (‘Cylindra’, en ‘Egyptische platronde’)
  • 2 soorten snijbiet (‘Rhubarb Chard’ en ‘Fireworks Five Colours’)
  • en pastinaak (‘Tender and True’)

Het is belangrijk om verschillende rassen en variëteiten te kiezen van één soort: ze zullen met verschillende snelheid groeien waardoor je doorlopend van ze zal kunnen oogsten.

Ik volg de instructies van Vera voor het inzaaien: per groep van verschillende soorten zaadjes. Lichte zaadjes vliegen namelijk verder dan zwaardere en als je alles tegelijk zaait zullen de zaadjes ongelijkmatig op de grond vallen.

Het lijkt me mooi als er iets van eetbare bloemen tussen de groentes in staat, dus zaai ik nog komkommerkruid bij de lage polycultuur.

Of dit een goed idee was lees je aan het einde van dit verhaal.

Omdat ik maar een beginnende tuinier ben, en het belangrijk is om de opkomende zaailingen te kunnen herkennen zodat je ze van onkruid kan onderscheiden, zaai ik in een gele bak alle groentes ook op rijtjes met bordjes erbij.

gele bak ingezaaid met groentes

28 april / DAG 10

Leuk! Na tien dagen zie je de eerste zaailingen al boven de grond verschijnen. 😊

28 april – Dag 10

Minder leuk: een mol heeft gangetjes gegraven onder het zaaibed. Er zijn duidelijke hobbels en heuvelruggen ontstaan. 🙁

Ik ben enigszins bezorgd over hoe mijn o-zo gelijkmatig gezaaide groene tapijt eruit gaat zien.

14 mei / WEEK 4

Er komt van alles op, zowel in de gele bak, als in de grond. Heel leuk om te zien.

Het idee van de gele bak werkt perfect om in de volle grond te kunnen herkennen wat wat is.

Het veldje is wat onregelmatig, maar wordt langzamerhand behoorlijk mooi bedekt met groen.

14 mei – 4 weken

Het is na ijsheiligen, ik kan nu ook de voorgezaaide planten voor de hoge polycultuur uitplanten!

Vier mais, vier koolrabi, drie palmkool en een aantal venkelplantjes gaan de grond in.

Omdat er nog vier broccoli plantjes zijn bijgekomen (gekregen als cadeautje) ben ik druk in de weer met een rolmaat om de 40-60 cm plantafstand te kunnen garanderen die sommige van deze grotere planten nodig zullen hebben.

Ik weet op dit moment nog niet dat de slakken een nog veel ruimere plantafstand gaan regelen voor mijn plantjes.

Na wat schuiven en herschikken is het gelukt.

Tussen de hoge planten zaai ik nog de twee soorten snijbiet die ook al in de lage polycultuur staan (lekker!) en goudsbloemen (eetbaar, een vrolijke kleur en ik gok er maar op dat ze nog een heleboel andere goede eigenschappen hebben die de polycultuur zullen ondersteunen.) 🙂

30 mei / WEEK 6

Het is het eerste zonnige weekend na een periode van overwegend kou en regen.

30 mei – 6 weken

Alles is mooi gegroeid, vooral de rucola plantjes springen er opvallend uit.

In de gele bak is alles nog net iets groter dan in de volle grond, ik denk omdat de plantjes meer ruimte hebben. Het is handig voor het herkennen.

Tijd voor de eerste oogst van de lage polycultuur!

Priegelwerk.

Ik knip héél voorzichtig de onderkant van jonge plantjes af, en probeer de andere opkomende plantjes niet te beschadigen.

Bijvoorbeeld de flinterdunne steeltjes van opkomende ui, of de kleine pluimpjes van wortels.

De rucola is het makkelijkst om eruit te knippen: een duidelijke, stevige plant, onderaan even doorknippen en je hebt je oogst.

Verder oogst ik allerlei soorten bladmosterd (iets meer gefriemel) en een paar mini radijsjes.

In totaal oogst ik vandaag 530 gram groente: rucola en bladmosterd, en 4 radijsjes.

Alles is heerlijk, super smaakvol, duizend keer lekkerder dan uit de supermarkt. Of komt dat door het idee dat ik het zelf heb verbouwd?

Ik denk het niet alleen, het is écht heel erg lekker. 🙂

Lessen

Hierbij dan les één van mijn experiment.

Zorg dat je goed bij je zaaibed kan, van alle kanten. Potten aan een kant (in mijn geval), of iets anders wat in de weg staat is niet handig.

Je moet tussen de plantjes kunnen komen om heel zorgvuldig te kunnen plukken.

En je moet dat zorgvuldige leuk vinden. Je zou bijna een nagelschaartje willen gebruiken.

Ik vind het heel leuk om te doen en om te zien wat ik allemaal tussen al dat groen eruit kan knippen.

Het idee dat ik daarmee weer plek maak voor andere groentes om te groeien is ook leuk.

Ondertussen in de hoge polycultuur…

…krijg ik les twee.

Eén palmkool en twee broccoli plantjes zijn opgegeten door slakken.

Ik had een paar afgeknipte rabarberbladen tussen de broccoli gelegd: het idee was om het mulchen uit te proberen, tegen onkruid en ter bescherming van de grond.

Leuk idee, maar het heeft niet goed uitgepakt. Ik til een blad op en de onderkant zit vol slakken.

Een perfecte schuilplek voor ze voor overdag, blijkt. Lekker nat, en ze hoeven maar even te kruipen of de lekkerste malse jonge plantjes staan voor ze klaar.

De blaadjes van de koolrabi (die overigens het hardst groeit) zijn ook al aangevreten.

Ik wil heel graag koolrabi kunnen oogsten, dus ik doe er maar koffiedik omheen, één van die trucjes die slakken zou moeten weren.

12 juni / WEEK 8

Ik ben twee weken niet in de tuin geweest. Een fout, achteraf gezien: dit keer was twee weken te lang.

12 juni – 8 weken

De lage polycultuur is een bloemenveld van doorgeschoten bladmosterd en rucola.

Best mooi… en jammer.

Les drie dus: blijf er een beetje bij, vooral wanneer het hard gaat groeien.

Ik baal van mezelf. Had ik toch tijd vrij moeten maken om te komen?

Mijn vriend het priegelwerk van zaailingen oogsten toevertrouwen?

Niet echt iets voor hem, maar het was beter geweest.

Teleurgesteld knip ik alle doorgeschoten planten maar af. Het komt neer op 850 gram groente, maar aan een groot deel heb ik niks, het is stengel en bloem.

Ik maak er toch nog een aantal salades van, die heel lekker zijn. Net als de kleine radijsjes, heel smaakvol en lekker scherp.

Maar het is teveel tegelijkertijd, en het schoonmaken is veel te veel werk zo. Ik had eerder moeten komen.

Inmiddels zit er toch ook wat onkruid door het zaaibed. Ik twijfel of het grassprietjes zijn of opkomende stengelui, en ik ben bang dat ik de kleine pastinaakjes voor onkruid aanzie, dus ik laat het maar staan.

Hoe nu verder?

Ik zit vol vragen en twijfels.

Hoe pluk ik de sla? In zijn geheel of per blad? Nu al, of als het groter is?

De zaailingen lijken elkaar allemaal te verdrukken, kunnen ze zich zo wel ontwikkelen? Wie moet ik plek geven?

Is dit niet een beetje zonde van al dat zaad?

Of heb ik misschien toch te dicht gezaaid?

Ik was wel erg enthousiast, en te veel zaaien is een klassieke beginnersfout, lees ik later in Caspar’s boek.

Of ligt het aan die mollen dat mijn zaaibedje er niet zo overtuigend meer uit ziet?

Waar is Vera, als je haar nodig hebt?!

Ze heeft geen video van een acht weken oude polycultuur.

Dan maar op de hoge polycultuur focussen.

Daar gaat het zozo: er is nog een palmkool weg, er is nu nog maar eentje over van de drie. Eén koolrabi is ook helemaal op, de drie overgebleven zijn wel mooi groot aan het worden. Twee van de vier broccoli’s staan nog overeind, maar er is al gretig aan hun blaadjes geknabbeld.

Was ’s avonds sproeien een uitnodiging voor de slakken? Vroeg opstaan om voordat de zon te hard gaat schijnen sproeien is niet mijn sterkste kant.

Gelukkig komt vandaag het ‘Plaagdierboek‘ aan, waarin een slakkenliefhebber zich uitspreekt over de slak. Ik verzacht als ik het lees, maar ik houd mijn hart vast voor mijn laatste palmkool.

Het is één van de planten die me zo leuk leek om zelf te verbouwen: super lekker, en niet in de gewone supermarkt te koop.

Al met al ben ik wat ontmoedigd door de tegenslag, en begin ik te twijfelen of dit verhaal wel een blogpost gaat worden.

Ik zit aan een aangepaste titel te denken, iets als ‘Lessen uit…’ of ‘De mislukking van…’.

Maar, de mais doet het hartstikke goed, en nu hij zo’n 30 cm is zaai ik er de twee soorten bonen omheen. Die mogen erin klimmen, ik ben heel benieuwd!

De venkel is ook mooi aan het groeien, alleen eentje blijft wat klein in de schaduw. Verder zie ik wat snijbiet en goudsbloemen opkomen.

Zal ik nog wat bijzaaien op de lege plekjes?

Even afwachten nog maar.

18 juni / WEEK 9

Een week later zijn we aan het eten op het terras. Om een of andere reden ga ik in de hoge polycultuur kijken met het licht van mijn telefoon, en ja hoor!

Slakken kruipen de palmkool in. En in de broccoli. En in de koolrabi, vrolijk over het koffiedik heen.

We zijn met zijn drieën, en we gaan de strijd met ze aan. In een mum van tijd hebben we tientallen slakken gevangen, zowel uit de plantjes in de hoge polycultuur als tussen de sla en de andere groentes vandaan in de lage polycultuur.

Het is indrukwekkend. De polycultuur is gewoon een gigantische slakkenbuffet.

18 juni – 9 weken

Opeens is het me duidelijk waarom de lage polycultuur er zo armzalig uit zag.

Er stond wel wat sla, maar het enthousiasme wat ik bij het groene tapijtje van bladmosterd had gevoeld had ik al lang niet meer.

Een deel van mij geeft het project bij deze op.

Hier kan ik niet tegenop, dit is een invasie.

We hebben wel vijftig-zestig slakken gevangen, in een half uur.

Mijn gedachtes gaan al richting volgend jaar: dan moet ik een slakkenoplossing hebben.

Voor nu weet ik het echt even niet.

De komende dagen zit ik in een dilemma.

Ik wil de slakken niet doden. Althans, ik wil mijn groentes redden, en een deel van me wil de slakken gewoon uit de weg geruimd hebben.

Maar een ander deel van me zegt: dit kan je niet maken, en al helemaal niet op je website zetten.

De verleiding lonkt even om een middel te kopen tegen slakken. Je hebt natuurvriendelijke slakkenkorrels bijvoorbeeld, die zouden verder geen schade aan de natuur brengen.

In de beschrijving staat: ‘De slak trekt zich terug in zijn schuilplaats en keert niet meer terug.’ Dat klinkt relaxed.

Maar als ik verder zoek op internet lees ik dat de korrels de kropklier van de slak verlammen, waardoor de slak zichzelf verhongert. Auch.

Een natuurlijke vijand is welkom om de slakken op te ruimen, maar om zelf aan hun dood bij te dragen voelt toch niet goed.

Ik laat het thema maar even rusten en fantaseer over volgend jaar.

De barrière methode, een soort afheining maken van een stekelige afwasborstel, zou het werken?

koolrabi, snijbiet, opkomende goudsbloem en uitjes, aangevreten palmkool

Ondertussen pakt mijn vriend onverwachts de slakkenstrijd op.

Ik had het helemaal niet verwacht, maar hij rapporteert elke avond uit de tuin over hoeveel slakken hij heeft gevangen.

Hij brengt ze op een lepel naar de overkant van de sloot, en geeft er een snack in de vorm van een stukje broccoli of koolrabiblad voor de reis bij.

Ik hou van hem.

Nieuwe slakken blijven komen.

Het korianderplantje dat mijn vriend ter afleiding voor ze koopt is binnen een uur helemaal kaalgevreten, op klaarlichte dag.

Ze zijn hongerig.

Ik google: is 2021 een slakkenjaar?

Ja, zegt google, slakken komen dit jaar meer tevoorschijn dan de afgelopen paar jaar.

Na een koud en vooral nat voorjaar werd het warmer en bleef het nog steeds vochtig. Dat zijn ideale omstandigheden voor de slak, en door het weer is er ook nog eens heel veel voedsel voor ze beschikbaar.

Oké, het ligt dus echt niet aan mij.

Het begrijpen van de slak

Wat me ook verder helpt is boeken lezen. Hans van Eekelen bijvoorbeeld wijdt maar liefst vijf pagina’s aan de slak in Het Nieuwe Moestuinieren, inclusief een gedicht.

Talloze manieren van bestrijding worden genoemd, met ter afsluiting: ‘Welk middel je ook toepast: soms helpt het tijdelijk, soms helemaal niet.’

Wat me opvalt is Hans zijn berusting in de aanwezigheid van de slak.

Als mens hebben we een omgeving gecreëerd in onze moestuinen waarin de slak het logischerwijs op onze plantjes gemunt heeft.

Het dode materiaal wat hij normaal eet ruimen we zelf op, en uit de groentes die we verbouwen hebben we alle bittere stoffen gekweekt.

Wilde planten namelijk beschermen zich tegen de slak door hun bittere smaak.

Onze moestuinen zijn dus voor de slak een buffet van heerlijke zoete delicatessen.

Ik begin langzaam ook naar acceptatie te neigen, al doet mijn hart pijn als ik het aangevreten polycultuurbedje zie.

De Slak

Hierbij mijn poging om te verzachten naar de slak.

Wat doet hij en waar is hij allemaal goed voor?

Allereerst, de slak is onderdeel van de kringloop, zoals alle wezens. Hij dient als voedsel voor een heleboel dieren, en zelf eet hij weer andere dieren en organismen op.

Slakken zijn eigenlijk grote schoonmakers. Ze ruimen dood materiaal op door het op te eten.

Zonder slakken zouden we binnen een mum van tijd tot aan onze knieën in organisch afval waden.

Hun slijm stimuleert de afbraakprocessen in plantaardig materiaal en hun mest bevordert het bodemleven.

In de composthoop helpen ze mee met het composteringsproces.

Slakken maken de grond luchtiger door erin weg te kruipen.

Huisjesslakken zijn een bron van kalk voor de bodem.

Slakken verspreiden zaden van planten en sporen van paddenstoelen.

Slakkenslijm zou veroudering van de huid tegengaan en wordt gebruikt in veel huidproducten en bij het behandelen van littekenweefsel of huidvlekken.

In sommige schoonheidssalons kan je zelfs slakken over je gezicht laten kruipen.

Zoals eerder gezegd, je maakt het jezelf waarschijnlijk makkelijker als je accepteert dat je een deel van je oogst met de slak zult moeten delen.

Mocht je toch het gevecht met de slak aan willen gaan dan kan je kiezen tussen de volgende methodes:

  • Hun natuurlijke vijanden lokken, zoals zanglijsters, eksters, spreeuwen, merels, kraaien, kikkers, padden, egels, spitsmuizen, ringslangen, hagedissen, salamanders, loopkevers, kortschildkevers, duizendpoten, hazelwormen, glimwormen, libellenlarven, spinnen zoals de hooiwagen, kleine glimwormen of vuurvliegjes, parasiterende vliegen zoals de slakkendoder, of slak-etende slakken zoals de lokglansslak.
  • Indische loopeenden, eenden of kippen houden in je tuin.
  • Ze in de avond wanneer ze tevoorschijn komen, of in de ochtend wanneer ze naar hun verstopplekje terug keren, vangen, en twintig meter van je tuin af vrij laten. Volgens onderzoek van de Universiteit van Wageningen vinden ze van deze afstand de weg niet meer terug.
  • Natte verstopplekken voor ze creëren, zoals een steen, stuk hout of tegel, waar je ze vervolgens vandaan kan plukken om ze wederom twintig meter van je tuin af een nieuw thuis te geven.
  • De grond droog maken en droog houden door ondiep te schoffelen.
  • Een aftreksel van knoflook over je planten sproeien.
  • Koffiedrab (hoe meer cafeïne, hoe beter), zaagsel, houtas, dennennaalden, salieblaadjes, kaf, lavagruis, dolomiet, ongebluste kalk, hennepstrooisel, mosterdkorrels, mos, cacaodoppen, zeewier, in de oven gedroogde verkruimelde eierschalen, tarwebloem, scherp zand, grit, mossel of schelpengruis rond je planten strooien.
  • Ze lokken met paneermeel, kalkpoeder en meel, melk, kattenbrokjes, Chinese kool of dode slakken, en ze vangen als ze tevoorschijn zijn gekomen.
  • Een fysieke barrière bouwen van borstels, plastic flessen met scherpe randen, cloches, minikasjes, kopertape of scherpe stroken golfplastic.
  • Een slakkenmuur in de vorm van een omgekeerde J neerzetten en met vaseline besmeren.
  • Planten neerzetten die slakken aantrekken, dan eten ze die op. Bijvoorbeeld: afrikaantjes, dahlia’s, zonnebloemen, stokroos, siertabak, ridderspoor, lupine, lathyrus, kattensnor of aardbeien.
  • Slakkenbestendige planten zetten naast slakgevoelige planten. De geur van de slakbestendige planten zal de slak – hoop je – op afstand houden. Bijvoorbeeld: uiensoorten, goudsbloem (ha! inderdaad goed gekozen dus 😊), Oost-Indische kers, hysop, lavendel, munt, rozemarijn, tijm, venkel, vingerhoedskruid of bergamot.
  • Phasmarhabditis hermpahrodita, oftewel parasitaire aaltjes over je bodem gieten, zij vallen de slak aan.
  • De slakken laten verdrinken in schaaltjes bier, melk of cola. Bedenk wel: loopkevers en andere nuttige insecten zullen hier ook in verdrinken.
  • Natuurvriendelijke slakkenkorrels strooien, op basis van ijzerfosfaat.
  • Slakkenlijken koken en het water over je planten sproeien. Slakken kunnen namelijk de geur van slakkenlijken niet uitstaan.

Ondertussen komen de nieuwsbrieven van Diana’s mooie moestuin binnen, en zij klaagt ook. Het is een moeilijk jaar, of ‘anders’ zoals zij het zegt, en iedereen zit ermee.

Dit allemaal helpt me om mijn teleurstelling te verwerken.

Ik ben een beginner en dit is een leerschool, stel ik mezelf gerust.

27 juni

Mijn poes Ziza verhuist van Amsterdam naar de tuin.

Zal zij de slakken gaan aanpakken? Of gaat de moestuin eraan en vormt ze het om tot haar kattenbak?

Het antwoord op beide is: Nee.

6 juli / WEEK 11

We maken een heerlijke minestrone met onder andere palmkool uit de polycultuur en doperwten, die elders in de tuin groeien.

De bonen klimmen de mais in. De slakken en wij delen in de overgebleven sla.

Er hebben zich viooltjes tussen de lage polycultuur gezaaid. Ik vind ze er prachtig tussen staan.

Je kan de bloemen eten, dus ze horen er wat mij betreft vanaf nu bij.

18 juli / 3 MAANDEN

Het komkommerkruid, dat ik al een tijdje verontrustend in de gaten hield, begint nu echt groot te worden.

Ik had hem een tijd geleden al ergens in een voortuintje gezien en ik was me kapot geschrokken.

Het is een gigantische plant.

Dat had ik niet zo door, toen ik hem door de lage polycultuur zaaide.

Hij begint het veldje echt te domineren.

18 juli – 3 maanden

De kleuren van zijn bloemetjes zijn prachtig blauw. Ik oogst nog wat sla onderaan zijn voeten.

Voor het eerst pluk ik ook de snijbiet, de buitenste bladeren. Goddelijk.

Snijbiet is de favoriet van Maarten, hij krijgt de helft van de oogst.

Ik oogst ook de eerste koolrabi. Gigantisch groot is hij, en ook weer heerlijk.

Ik heb mooie herineringen aan rauwe, zachte koolrabi eten uit mijn oma’s tuin in Hongarije, en het is heel leuk om dat nu uit mijn eigen tuin te kunnen doen.

We maken er ook een heerlijke ovenschotel van, er hoeft eigenlijk bijna niks bij en het is een perfecte, vullende maaltijd.

op de grens van de lage en hoge polycultuur

Ik bekijk de video van Vera over haar polycultuurbed na 3 maanden.

Ik ben een klein beetje jaloers. Die grote kroppen sla, radicchio, mooie stengeluitjes, en al dat pastinakengroen heb ik niet.

Maar ach. 😊 Het blijft een leuk stukje tuin.

1 augustus / WEEK 15

De afgelopen weken was ik eigenlijk niet zo bezig met de polycultuur.

De lage polycultuur leek vooral een bed vol komkommerkruid. Prachtig blauw en vol met zoemende bijen, maar ik nam de moeite niet eens om naar groentes te zoeken.

De hoge polycultuur deed zijn ding.

De mais was hoog en gaf een mooi beeld aan de tuin, de bonen klommen gestaag omhoog. De venkel begon vorm te krijgen.

De overgebleven palmkool, koolrabi en snijbiet leken inmiddels de slakken wel aan te kunnen, afgezien van wat aangevreten blaadjes.

Nu gaan we een maand op vakantie dus ik duik toch nog even in de lage polycultuur tussen het komkommerkruid.

Onder de stekelige komkommerplanten kan ik wortels en bieten vandaan trekken.

Toch weer leuk, nieuwe groentes oogsten!

Ik ben benieuwd hoe alles eruit gaat zien na vier weken.

Zal de lage polycultuur zichzelf een beetje handhaven? Gaan we de mais oogst missen, of zijn we precies op tijd terug?

1 augustus – 15 weken

We gaan het zien!

29 augustus / WEEK 19

Op een regenachtige zondag komen we terug van vakantie in Hongarije.

Wij zijn een maand in de zon geweest, in de tuin heeft het een maand geregend. Een naaktslak groet me vanuit de lage polycultuur.

De tuin is wild en mooi.

De hoge polycultuur is hoog. De bonen zijn de mais ingeklommen en rijken naar elkaar toe om verdere houvast te vinden.

29 augustus – 19 weken

Ik heriner me dat ik op momenten dat ik de hoge polycultuur te leeg vond er toch cosmea en Oost-Indische kers bij heb gezaaid. De Oost-Indische kers kruipt nu tussen de planten en de cosmea bloeit.

Ik tel 3-4 maiskolven op elke maisplant. De venkel is doorgeschoten en in bloei, en inmiddels ook half omgewaaid.

Ik pluk palmkool en snijbiet, en de venkel ook maar. Verder goudsbloemen, cosmea en blad van Oost-Indische kers, voor door de sla en over het toetje vanavond.

Wat kan ik nog over de lage polycultuur zeggen?

Het is meer een veld van komkommerkruid dan van groente.

Maar ik duik er toch even in.

Ik trek een heleboel worteltjes tussen de komkommerkruidplanten eruit. Ik zie een niet volgroeide radicchio. Ik kom nog een paar slakken tegen.

In mijn enthousiasme trek ik er ook een paar pastinaken uit, veel te vroeg, die moet ik eigenlijk pas in november oogsten.

Ik vraag me af waar de uitjes zijn gebleven die ik had gezaaid, volgens mij zowel in de lage als uiteindelijk ook in de hoge polycultuur. Slakken zouden ze niet lusten, maar ik zie ze nergens.

palmkool, snijbiet, venkel, pastinaak, wortel, Oost-Indische kers, goudsbloemen, cosmea, komkommerkruid

Uiteindelijk gaan we met een volle mand verse groente en bloemen naar Amsterdam.

We koken er een maaltijd van voor Jethro en zijn vriendin, die voor onze kamer- en balkonplantjes hebben gezorgd.

5 september / WEEK 20

Nog meer oogst.

De suikermais is heerlijk, precies goed. Snijbiet, wortel en palmkool is er ook nog.

Ik maak plek vrij rond de paar kleine radicchio’s die ik zie, wie weet worden ze in de schaduw van het komkommerkruid toch nog volgroeid.

slakje op oogst

19 september / WEEK 22

En zo gaat het nog eventjes door.

Er is mais om te oogsten, en de prachtige stokkievietsboon.

De gele stamslaboon zie ik nergens. Populairder blijkbaar bij de slak dan zijn rode zusje.

De komkommerkruiden vallen om, ik heb zin om ze eruit te trekken.

Nieuwe plannen te maken.

Kijken of ik nog iets kan zaaien in september… Bijvoorbeeld veldsla, winterpostelein of misschien een groenbemester om de grond onkruidvrij te houden tot volgend voorjaar.

Wanneer ik opnieuw kan bedenken wat ik met deze 3,5 m² stukje grond zal gaan doen…

Vooruit kijken

En, zal ik het volgend jaar weer gaan doen? Jazeker!

Mijn doel wordt om van de uien en de radicchio te kunnen proeven. De bladmosterd en sla niet door te laten schieten.

En weer palmkool en snijbiet te eten de hele zomer door. En koolrabi. Dingen die ik niet zo snel in een gewone supermarkt vind.

Zal ik het anders gaan doen?

Ja.

Ik twijfel over de bloemen tussen de groentes.

In ieder geval zéker geen komkommerkruid.

Al moet ik zeggen dat hij het door de slakken aangevreten saladeveldje mooi heeft verhuld, en dat zijn blauwe bloemen prachtig waren, en zeer populair onder de bijen. Ik heb ze zelf ook nog gegeten, door de sla heen.

Maar, het is een veel te robuuste plant, hij hoort echt niet in een lage polycultuur.

En eigenlijk zijn de cosmea en de goudsbloem ook behoorlijk groot geworden. Ik twijfel of de venkelplantjes en de snijbiet wel voldoende zon en ruimte hebben gekregen onder deze bloemen.

Mezelf kennende is er grote kans dat ik toch weer bloemen door de polycultuur zal gaan zaaien, in ieder geval door de hoge polycultuur.

Ik vind de toevoeging van kleuren te mooi om het niet te doen.

Maar dan liever iets kleiners en met slankere stelen. Miscchien zaai ik wel dille volgend jaar, die krijgt mooie bloemen en is niet zo groot.

En misschien vervang ik wel één of twee van de maisplanten met een zonnebloem.

Die zien er zo mooi uit nu in de moestuinen.

Wat te doen met de slakken, de grote ondermijners van mijn experiment dit jaar?

Ik ben hoopvol dat volgend jaar weer anders is, zoals dat altijd is in een tuin.

Uit alles wat ik heb gelezen neem ik in ieder geval deze tips mee:

1. Rigoureus slakken vangen, vanaf het vroege voorjaar al. Daarmee voorkom je dat ze te veel eitjes leggen en dat het echt een plaag wordt later in het jaar.

Deze methode stelt me nog niet echt gerust, als ik de laatste zinnen van het slakkenhoofdstuk van Hans lees:

“Als je er nu duizend vangt ben je toch mooi 10% van het geschatte aantal kwijt! Mooi toch?!”

slak werende borstel

Hm…

Nou ja, toch maar proberen te doen.

2. De jonge plantjes in de hoge polycultuur misschien iets later uitplanten, als ze nog iets groter en sterker zijn.

3. Niet meer ’s avonds sproeien, toch maar proberen dat in de ochtend te doen.

4. En wellicht geef ik de knoflook methode nog een kans. Of de mosselschelpen.

En wie weet gaan we wel Indische loopeenden houden. Kijken of Ziza dat ook een goed idee vindt. 🙂

Het plan om een gigantisch lange barrière te bouwen van schoonmaakborstels, waar ik veel vertrouwen in had, heb ik weer laten gaan.

Ik kan me niet voorstellen dat de slakken over zoiets stekeligs heen zouden willen kruipen, maar volgens mij gaan ze bij mij dan gewoon onderlangs, door de grond.

Al met al: de polycultuur was een erg leuk experiment!

Het werd een mooi stukje in onze tuin en het was leuk om het steeds veranderende karakter ervan te zien.

Er waren momenten dat ik echt teleurgesteld was en er niet zo veel meer van verwachtte. Toch bleef het stukje grond met groentes me elke keer weer verrassen.

En we hebben echt genoten van de oogst en de heerlijke verse smaken van alles wat we zelf hebben verbouwd.

Met wat aanpassingen dus: een aanrader, die polycultuur! 🙂

PS: Als je ook ervaring hebt met het maken van een polycultuur, laat een reactie achter. Ik ben benieuwd!

tekeningen van Vera Greutink

Plaats een reactie